Monty

Op 22 februari zullen de Roovers een zelfgemodereerd nagesprek verzorgen.
In het café worden enkele affiches van memorabele voorstellingen van de Roovers getoond.

Er is niks dat niet steelt. De zon is een dief die de dampen opzuigt uit de zee. De maan is een dief die haar bleke gloed gaat halen bij de zon. De zee is een dief omdat ze haar golfslag te danken heeft aan de maan. De aarde is een dief die voedt en kweekt door de mest die ze steelt bij alle schepselen. Elk ding is een dief.

Een zwarte parabel van William Shakespeare die verontrustend nauw resoneert met de crisis die het Westen doet wankelen.

Timon is een gerespecteerd burger van de stad Athene. Gerespecteerd omwille van zijn grote vrijgevigheid, zijn feestjes, diners en gulle giften. Onbezorgd en vrolijk stapt hij door het leven, tot de schuldeisers aan de deur staan en zijn dienaars hem erop wijzen dat de kas leeg is.
Timon is ervan overtuigd dat zijn vrienden hem zullen redden. Hij stuurt zijn dienaars op pad om hem wat geld te lenen. De deuren blijven dicht, de uitvluchten van zijn goede vrienden zijn schaamteloos. De eens zo hartelijke Timon verandert in een regelrechte misantroop. Het moet gezegd: geld maakt niet gelukkig. Timon trekt zich terug in de bossen en zint op wraak.

There’s no business like showbusiness.

de Roovers is een toneelspelersgezelschap dat in 1994 werd opgericht door afgestudeerden van het Conservatorium van Antwerpen. Het gezelschap bestaat uit een vaste kern: Robby Cleiren, Sara De Bosschere, Luc Nuyens, Sofie Sente en Stef Stessel. Elke voorstelling ontstaat uit een wisselend samenwerkingsverband met andere spelers en medewerkers. De Roovers zijn al jaren een vaste en graag geziene gast in Monty.

Timon van Athene was een burger van Athene in de 5^e eeuw voor Christus, bekend om zijn  mensenhaat. Deze filosofisch geschoolde man zou door de morele verwording van zijn tijdgenoten zozeer verbitterd geraakt zijn dat hij zich uit het openbare leven terugtrok. Tot in het graf bleef Timon trouw aan zijn reputatie van misprijzen voor de medemens. Hij overleed als gevolg van een ziekte waarvoor hij weigerde medische hulp in te roepen. Plutarchus citeert de tekst van zijn grafschrift: “Aan alle kanten van mijn graf groeien dorens: als je naderbij komt ga je je voet bezeren. Hier ligt Timon, de mensenhater. Ga voorbij en verwens mij, maar loop door!”